WIEGELIEDJE VOOR DE GELIEFDE
Dat trage zich toevouwen je oogleden,
te dragen het loom fluweel van onze nacht.
Onze dag is geweest als bange blanke vazen, die waren blij
de bloemen van ons liefdespel te scharen rei aan rei.
Nu zal je slapen, mijn teergeliefde kind,
want morgen moet je de ogen openen: 'n zeer fris blad dat beeft in morgenwind.
Nu zal je slapen, mijn zachte kind, in de kuil van je haren;
straks is het dag, dan moeten wij weer tuilen lezen gaan
Morgen zal er uit het Oosten 'n koning komen, met nieuwe bruidskleren voor ons beiden;
hem zullen wij, arm in arm, als kinderen in het woud, verbeiden.
Knijp nu je ogen dicht, mijn luie luipaard
en strek je heupen naar je lust. Ach du... du.
Het Sienjaal, 29 april 1918
Schrijver: Paul van OstaijenInzender: Mark, 13 december 2005
Geplaatst in de categorie: liefde