inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1846 - 1896

poëzie (nr. 4.474):

Klein-zusjes keus

De kind'ren zijn moe van het springen,
Alle spelletjes zijn al gespeeld,
Alle raadseltjes zijn al geraden:
Wat doen ze, als hun alles verveelt?

Zij zitten te filosoferen,
Wat ieder wel worden zal.
Onze eeuw maakt voor jeugdige hoofden
Dit reeds tot een ernstig geval.

"Wat moet jij worden?' vraagt de ene,
Kloos zegt: "Wel, rentenier !
Mijn vader is 't ook, en, baasje,
't Is een leventje van plezier."

Maar Willem zegt: "'k Ga naar Kampen,
'k Word kaptein of kolonel,
En rij bij parade op een schimmel
En voor het muziek nog wel."

"Ik vraag of 'k Jood mag worden,"
Doet Jacob zich verstaan.
"'k Heb twee dagen 's weeks dan vakantie
En krijg tweemaal het zondagspak aan."

"En ik word," spreekt klein-zusje,
"Als ik mag, Onze Lieve Heer:
Dan kom ik weer bij mijn broertje
En geef hem aan Moeder weer."

Geen zomer (1880)

Schrijver: Cornelis Honigh
Inzender: Redactie, 16 december 2021


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 3.647

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)