inloggen

Snelsonnetten

snelsonnet (nr. 3.503):

Dichter bij Driek

Hoe schrijf ik nou dan tóch nog een sonnet?
De man aan wie ik ieder vers kon ijken
Moest veel te vroeg van deze aarde wijken
Wordt in mijn rij van helden bijgezet

Op maandag dacht ik: “Het is weer niet goed”
Op zaterdag las ik dan hoe het moet




Het is al weer een hele tijd geleden dat ik probeerde om Driek persoonlijk te ontmoeten. Toen ik in Groningen moest zijn stuurde ik een mailtje met de vraag of hij tijd had voor koffie. Driek had andere verplichtingen, maar het was duidelijk dat hij ook niet veel zag in zo’n afspraakje. Hij schreef:

“Eerlijk gezegd weet ik niet of je het erg spijtig moet vinden. Dichters moeten niet te veel bij elkaar over de vloer komen, ze moeten eerder voor hun inspiratie hun blikveld verruimen (speciaal in de richting van het schone geslacht). En bovendien wordt zo weer een teleurstelling voorkomen. Het beeld dat men van een dichter heeft strookt vaak niet met de werkelijkheid. Zo'n versjesmaker is vaak een dorre, norse en zwijgzame kniesoor waar geen lol aan te beleven is. Al zijn vreugde heeft hij vaak al in zijn werk gelegd. Dus zo kan men hem doorgaans op de prettigste wijze leren kennen.”

Ik vond het erg jammer, maar misschien had hij gelijk. Hoewel ik me niet kan voorstellen dat hij in het echte leven aan het door hem geschetste beeld voldeed, zeker niet na alle enthousiaste reacties die de afgelopen dagen bij de krantenartikelen op internet verschenen, zou ik toch graag op hem lijken. Ik vind het te ver gaan om het (voor hem) schone geslacht gelijk te schakelen met mijn voorkeur, die duidelijk anders is, maar wat zou het fijn zijn om dor en nors te zijn en zwijgzaam bovendien, ik zal er nog eens aan werken…

Hij noemde zichzelf dus ‘versjesmaker’, maar voor mij was hij een groot dichter. De bedenker van het snelsonnet (of sonnettette zoals hij liever zei) heeft mij aangestoken met het virus dat de actualiteit gewoon in een versje móet.

Zijn raad om de dichter te leren kennen via zijn werk heb ik ter harte genomen: altijd weer werd ik verrast door zijn mooie bijdragen, verblijd door zijn leuke grappen, verbaasd door de schijnbaar eenvoudige opeenvolging van woorden die toch zo krachtig werkte.

Ik heb Driek dus nooit de hand geschud, maar ik heb hem wel leren kennen. Goed leren kennen. Zo goed dat ik nu toch een vriend mis.

Een vriend die misschien wel ver weg was, maar waar ik toch in de buurt gekomen ben.
Steeds een beetje dichter
bij Driek.

... - ...

Schrijver: René M. Broeders, 24 mei 2010

4.0 met 21 stemmen aantal keer bekeken 760

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)