Archaïsche woorden
zinderden door de klas
wanneer u ons het
dictee voorlas,
met felle tong,
het tandgeknars.
Voor kinderen van een
nieuw gelag, van
Leeuweriken en reçuutjes
Een keur aan cedilles,
een verlate gast
reeds verjaard was de taal
uit uw boekenkast.…
Aan de zelfkant sta ik graag.
Op de rand van geluk en
juk van verleden.
Ik balanceer het heden
met een manke tred voort.
Mijn klein kwijnend zijn,
een hanzenpad gestippeld.
Een bouwwerk van
kruimelend zelfmedelij.
Aan de zelfkant sta ik graag,
Het houdt me op de been,
Maar waar moet ik heen?…