dagen zo donker, nachten zo lang
maken soms een beetje bang
`n eenzaam gevoel, een droevige gedachte
geen enkele troost die men kan verwachten
geen naaste vriend of goede maat
`n innerlijk gevoel van alleen maar haat
keer om die haat in liefde en begrip
maak van je bestaan een heerlijk bezit…
de eenvoud van het heuvelland
is wat heimwee doet bespeuren
waar mijn hart aan is verpand
met z`n mooie natuurlijke kleuren
hier voel ik geborgenheid
in `t land waar ik ben opgegroeid
mijn moedertaal wil ik niet kwijt
tot de tijd dat ik ben uitgebloeid…
S`ochtendsvroeg maak ik het ontbijt
Manlief gaat werken en heeft weinig tijd
Zoonlief roept van boven aan de trap
"ik wil geen brood, maar ik wil pap,"
De wasmachine draait,de stofzuiger loopt
Tussendoor geen rust, wat ik wel had gehoopt
De bedden opmaken, de kamer stoffen
Ik loop inmiddels al op m`n sloffen
De deurbel gaat, weer iemand aan…
handen groot en sterk,
ruw van het zware werk
steunen zijn vermoeid gezicht
zijn kamer is maar weinig verlicht
ver zijn z`n gedachten
alsof hij ergens op zit te wachten
z`n dierbaarste persoon is hem ontnomen
en zal niet meer wederkomen
in zijn hart een leeg gevoel
wat heeft het leven nog voor een doel
niets kan zijn…
Mijn trouwe vriend met je donkere ogen
Kijk me niet zo vragend aan
Ik kan je niet direct beloven
Of we nog uit wandelen gaan
Buiten regent het pijpenstelen
En je wordt dus heel erg nat
Maar wat kan jou dat nu schelen
Er bestaan ergere dingen dan dat
Zenuwachtig loop je heen en weer
Je verliest bijna je geduld
Heel luid blaffend ga je tekeer…