Als er geen engel is
die mij de weg naar
de hemel wijst
Als er in de lucht
geen sterren zijn en
ook geen maan verrijst
Er geen zon is die
mij verwarmt
en verlicht
Ik bang en onzeker,
vervreemd,
ontwricht
de weg zoek
naar mijzelf,
de wereld om mij heen
Mag ik dan
bij jou schuilen,
bij jou huilen
Bij jou alleen?…
Vleugjes adem rozenhout
zinnenprikkelend
Rozenblaadjes dor en droog
door betonnen goten rinkelend
Hier smeken
heet huiverend
onvoltooide gebeden
fluisterend
Dansen escobillas
ontluisterend
Boven- en onderwereld
elkaar kruisend
Het is de held
die hier overwint
Zijn kloppend hart
dat de dans begint
Hees bevend,
het hart brandend…
Het allermooiste is zij
Zij met haar mooie
blauwe ogen,
haar engelenhaar
Zo mooi,
zij ontroert mij diep
Zoals zij loopt,
speelt, haar lokken
veegt uit
haar ogen
waarmee zij
verwonderd ziet
Haar stem
praat in
geheimen
die zij alleen
begrijpt
en weet
Zij beleeft
wonderlijke
avonturen
in een wereld
van haar
hoe die ook heet…
Triana, Triana
o zo bitterzoet
Rivier, stad, gitanas
bier, wijn in overvloed
Zo zacht maar soms zo wreed
breekt zij harten open
Als Triana hardop weent
tranen in de rivier laat lopen
zullen groene heuvels haar omringen
wolken wit in de hemel staan
Als gitanas zullen zingen
hun liederen over de stad heen gaan
zal Triana betoverd zijn…
De warmte van de zon nog voelbaar
noten, bessen, nieuwe appeloogst
peertjes in kaneel en wijn
zoete geuren van vochtig hout
oogstrelende kleuren...
oktobergoud…