Zonder te kijken voel ik jouw aanwezigheid.
De ruis van een blad,
de vlucht van een vogel,
een ster die mij toelacht.
Zonder te geven ontvang ik jouw liefde
als een golf die komt.
Het verlangen jou te mogen raken verdwijnt.
In ieder wezen ben je nu aanwezig,
talrijk, zichtbaar verdwenen.
Mijn huid voelt de wind,
het geluid van jouw woorden…
Al die levens,
al die mensen,
slechts momenten als een samenvatting in de ziel.
Je hart wendend tot die
bron van wijsheid,
verpakt in zo’n klein lijfje.
Wat te doen?
Hoe vertaal je al je parels
tot het dienen van ons mens,
zonder te vervallen in een grootsheid?
Vanuit bescheidenheid
de diepte van je bron.
Ieder leven, iedere parel…
Je bent welkom in deze innerlijke schoot.
Ik omarm je woestheid in de luwte,
opdat het razen en tieren
in mijn liefde tot bedaren komt.
De kracht van jouw storm
heeft een onmetelijke grootsheid.
Welk een schoonheid in onstuimigheid.
Storm, rust in mij.
Jouw vlagen weerkaatsen
alle hoeken van het heelal.
Zichtbaar makend wat zich wil…