12 augustus 1997
De stilte van het dikduister gaat teloor
in 't gesnerp van het fladderend vleermuizenkoor.
Maar dit is niet al wat deez' nacht doorklieft:
ook vallende sterren - ik zag er drie.
Bij de eerste: ik wense mij talent
om te zingen en dichten hoe mooi jij bent.
Bij de tweede: dat stoppe jouw verdriet,
droog je tranen, lief,…
Trillend op zijn eigenfrequentie
resoneert mijn ziel
bij 't horen van haar stemgeluid.
Verschaft me hopelijk eloquentie
voor de productie van enig loos gepiel
over 't horen van haar stemgeluid.
"Bevend klinkt de nachtegaal,
schuw trillend van onzekerheid,
zingt met haar stem vol tederheid
oceanen vol, waarin ik afdaal"
Woorden schieten…
Een narcis in het veld die verdort en verwelkt
weet zich, voor het laatst bezongen in verzen,
nog een traan uit zijn bruingevlekte kelk te persen
voor hij voorgoed door God's hand wordt geveld.
Ziet hij niet hoe zijn medebloemen het onderspit delven
en massaal worden vertrapt onder 's-mensenvoet? Ziet hij niet
De Grote Gronden, de Grote Gronden…