De morgen, hoort! Zij spreekt,
des duivels en verdorven nerven,
geen ziel zo rottend als de dood.
Mijn hart zult gij 'dra zacht bekerven,
smachtend naar het echte rood.
Ooit was ik niets maar zoveel echter,
gedogend door het zachte lot.
Nu staar ik hard en zonder ogen,
ter ere van mijn dode God.
En voor u doe ik het gratis
Voor u,…
Ach god,
Verdomde eenzaamheid
Gij snijdt en rijt
Mijn tweestaltige constructie
uit elkaar
Geliefde tweestrijd
Als innigen in hun doodsomhelzing
Zingen doodse smarten
Tot onzinnigen
die het lot tarten
Blik die leidt tot niets
Een liefdevol gebaar naar stilte die
Geen stilte is
Want stilte
Is het luid verkondigen
Van gemis..
Maar…
Het spijt me men beste man,
maar als mijn bestaan
zo pijnlijk/schroeiend/brandend ver(der)gaat
opdat de gensters assen blijven sissen
zal ik zonder meer beslissen,
dat het zo
niet meer kan
noch verder hoeft te gaan.
Brengt uw dageraad
pijn in alle cellen van uw zijn?
Laat het uw zintuigen ook zo schroeien
door vogelgefluit, kindergelach…
één woord splijt zoveel, men beste
en geen woord
splijt de rest
zo laat de ziel zich tanen
als een wijn der oude dagen
oneven op haar best
zo blijkt telkens alles weer alles
en niets blijft het Kalistische niets
maar jij mijn nobele onbekende
maakt van elke dag weer iets…