Jij, zo wild, je wilde haren
Golven op de wind, lijken te zweven
Lonken en flirten, nog heel even
Niet bezwaard door te veel jaren
Los, gek, en voor niemand bang
Behalve voor jezelf, voor het bekennen
Dat ook jij ooit moet stoppen met rennen.
Maar dat duurt nog veel te lang
Want mijn hart staat nu in brand
Vraagt meer, meer dan ik vragen…
Eén blik is voldoende
Ik snap wat je bedoelt
Eén woord zegt genoeg
En ik voel wat je voelt
Je pijn en je angsten
Bestaan even niet
Voor nu geen ellende
Geen gezeik, geen verdriet
Want je ligt in m’n armen
Zo veilig en vertrouwd
Waar jij echt je rust vindt
Al is het nog fout
Maar fout is niet erg
Want heel diep van binnen
Weet je wat…
Het ontbrekend licht barst los als stoom,
in stilte.
Het licht is als de dood, er komt geen einde aan,
het kent geen falen.
Het licht heeft een begin van vuur en kalk
dat niet valt te bepalen.
Het licht is slank. Het oog is sloom,
in kilte.
Onbewogen waakt het licht als een godin
die met ons zinkt als lood, onsterfelijk maar dood,
en droog…
hun kind vermoord
doodgeschoten
hun kind nu blind
granaat ontploft
het is niet eens genoeg
te willen vluchten
het leven de omgeving
gezuiverd achterlatend
zelfs recht op vluchten
hebben zij niet meer
is dit ver weg?
telkens als ik opzie
vers beeld van redeloze
moordenaars uit haat
ver weg is al onstuitbaar dichtbij
wanneer ik grenzenloos…
jouw tochtgevoeligheid
dichtte alle kieren
en plaatste een veer
op elke deur
die niet meegaf
synchroon aan de eikels
viel een flanellen overtrek
op ons bed
waaronder ik het
nog steeds koud krijg
als ik jouw ademtocht voel
door de gapende leegte
die je achterliet…
De natte watten van de stad
hebben we verlaten.
Nu wendt de van koper spattende steven
zich naar het smeltwerk van zon en zee,
net voorbij de Punta della D.
Rechts deint een kleiner eiland met een abdij,
waar Unesco tijdelijk haar kwartieren heeft,
en Fontana een retrospectieve. Oorlog
wisselt met vrede zoals verkrachting met gebeden.
- -…