De maan weerspiegelt
een betraand masker
in de rivier
en ik
sta aan de verkeerde oever
Alleen
Ik hoor mensen
lachen
Hun echo's breken
het wateroppervlak
aan mijn oever
Alleen
Ik proef jonge liefdes
hunkerend naar elkaar
objectief oppervlakkig
Hun lichamen één met de rivier
en de zoete oevers
Alleen ik
smaak bitter…
Waarom worden
wat zijn niet zou
Alles
wat ik altijd al wou
Dromen
overtreffen niet meer
het "zijn"
Waarom
ik en jij
niet kan worden gelijkgesteld
aan "wij"
Dag is immers
een verlichtte nacht
Wie weet
wat nog gelijkgesteld wacht…
Witrode eilanden schuim
varen naar
bestoppelde enkels
klampen zich vast
aan een lichaam dat sliep
Fluisterende bewegingen
zouden zorgen:
niet langer omsingeld
en genoodzaakt doen drijven
naar de wakkerwitte watermuur
Apathische polsen
door bloed omwonden
een lichaam
niet meer aan geest
verbonden…
Papa,papa! Kijk! Geweren!
Wijzend, schuilend in het zand.
Stil maar jongen, tot ze weg zijn
knijpt de vader in zijn hand
Kinderogen ruiken angstig
kijken naar verwoestte stad
en waarom de buurman bloed spuwt
liggend in zijn eigen nat
Een sprookje, denkt de kleine jongen
als hij die ellende ziet
dadelijk staat hier een fee
die iedereen…
Geen mens, geen zal ooit weten
wat ik draag diep in mij
Zelf zal ik nooit vergeten
de hemel die je zei
Het donker dat je lachtte
je tranen kille wind
De zon die je verachtte
geen reden die je vindt
De maan zal het ooit zeggen
de sterren smelten al
begrip zonder uitleggen
ontstaan van het Heelal…