De vlaamse tale is wonderzoet
voor die heur geen geweld en doet,
maar rusten laat in 't herte, alwaar
ze onmondig leefde en sliep tegaar,
tot dat ze, eens wakker, vrij en vrank
te monde uit, gaat heur vrije gang.
Wat verruwprachtig hoortoneel,
wat zielverrukkend zingestreel
o vlaamse tale uw kunst ontplooit,
wanneer zij 't al vol leven…
’t Wordt laat, en ’t zwijgen zinkt met stille avond neder,
En stille, de avond dringt me in ’t eindloos diepe hert,
En ’t eindloos herte, moe van ’t wentlen weg en weder,
Staakt ’t wentelen en rust in stille zoete smert.
O smert, geen zoetheid kan aan ’t rustend zoet genieten,
Het zoet genieten van uw ijdele eindloosheid,
Uwe ijdele eindloosheid…