Wij zijn hier samen in het gras
De zon is weg, het is nacht
De wind ruist door de bomen,
ik fluister zacht je naam
Hand in hand lopen wij,
Wij tweeën eeuwig saam.
Want in mijn geheugen is gebrand,
de klanken van jouw naam.
Ik zie je in het maanlicht staan
Ik kijk omhoog naar de sterren
en in mijn hoofd de vurige wens:
Laat deze nacht voor…
Met een kapot gezicht
Moet ik mij afwenden
Van het geziene leed
Dat ik in mij kerf
Eindeloos ver weg
Toch zit jij naast mij
Ik kan je warmte voelen
Maar jouw warmte is niet voor mij
Als een litteken
Is mijn gezicht vertrokken
Zoals jij nu ook bent
Vertrokken, voor eeuwig ver weg
En blijvend dichtbij
Eindeloos heen, en ver van mij…
De duisternis slokt mij op
De zon breekt door het dode wateroppervlak
Om mij heen stijgen luchtbellen
Dan word ik gevangen
In een ragfijn net
Het zit strak om mijn weerloos naakte lichaam
Zo strak dat het afdrukken achterlaat
Het doet pijn
Ik ben opgesloten in het water
Een gevangenis, en toch niet…