Harteklop
ja, daarin bereiken mijn gedachten jou
streelt mijn ogenblik jouw gestalte
bezield in zacht minnelijke schikking
vingertoppen dansend van verrukking
in tasten naar dat wonderlijke jou
mijn harteklop
met fluistertoon
beluister ik de grondtoon van het leven
tot melodie sonerend uit jouw diepste zijn
verrukt en willoos ga ik…
aan zwaarte voorbij
dans ik lichtvoetig
met ogen gesloten
ingekeerd, toekerend
naar jou,
mijn lief
jij die mij roept
een glimlach ontluikend
een wals van vreugde
langs mijn lippen
voel mijn tasten
kom in mijn sferen
kosmos ademloos
in tedere verrukking
om jou
mijn lief
kom dan, zing mijn lied
stil…
hij komt
warempel, daar is ie,
de eerste minister
hij kijkt en minnestreelt,
heel beminzaam
lacht voor waar
hij hoort toe
steekt een hand uit
strooit schouderklopjes
welbespraakt gebaart hij
zelfverzekerd van
‘kweet het al
goed, zegt hij
wacht dus maar af
ontbloot zijn tanden
in welwillende lach
geen doorkomen aan
licht te zwaar…
kan schoonheid ooit mooier zijn
dan toen die dag was in alles
ingehouden adem benemend
om te zien, stil verlangend ja
herinnering tastbaar als huid
teder stilte strelend voel ik haar
warmte onderstroom van levend
besef, ik: uitverkoren was ik, ja
verte, zacht zeurende pijn om wij;
kan ooit de diepte vervagen?
zij, peilloos dragend de horizon…