in een paarse wereld
vol van kleurenflits
danst mijn geest
een eenzaam buikgedicht
door een raampje van mijn arm
zie ik de kamelen
dans ik op de tippen
rug afrollend
en weer hoog
op en neer
draaiend vol van liefde
voor de vrouw
in een cirkel
vol van handenklap
felle tong
schel geluid
pijnlijk voor de oren
ogen vol belofte…
in de stilte van de morgen
vol van dauwend gras
blote slippertenen
geurend naar jasmijn
loopt zij naakt
te dromen
nagenietend van de nacht
fluwelen liefde
teder en toch hard
trapt zij kevers plat
even is zij als een kind
zonder toekomst
gelovend in die waan
van echt en puur
tot zij nuchter
naar de zure melkboer grijpt…