Als een reveil van gerecycleerde vergankelijkheid, somptueus in idiotie maar sober vol onbegrepen gratie, als een vicieus vibrato van
dolgedraaide stilte, smachten zeven - ja, zeven! – gracieuze gratiën
naar een streling, een onooglijke blik.
Naar een aai van onverholen bewondering,
vol verwondering.
Het aftandse tandwiel grijpt de ketting…
Kilobits en gigabytes, verafgood als essentie van het leven,
onverdroten verworden tot megavermaledijde data,
plegen in hun ondermaanse zijn, gedoemd het heft uit handen
te moeten geven.
De bits en bytes zijn eindeloos moe,
gebrand, gedownload en gekloond, digitaal en dol gedraaid,
gecrasht door spam en virussen vergeven,
verguisd, verfoeid…