Ik laat me voeren door de golven.
Sta op het strand, in het zand.
Als een grote groep met wolven,
Rijkt de zee uit naar mijn hand.
Het uitzicht is zo mooi.
Maar ik weet, het is niet waar.
Ik weet, het is te sterk,
Gevuld met stil dreigend gevaar.
De veranderlijkheid, de passie,
Van zo'n ongewoon mooi zicht.
Maar voor je het weet, dan…
De nacht strijkt door mijn lange haren,
Mijn ziel bedekt mijn tere huid.
Het zet mij aan tot stil bedaren,
Na dat eenzame geluid.
De sterren doen mijn ogen glanzen.
Van geluk? of van verdriet?
'k denk aan alle verspeelde kansen.
Want zoveel kansen had ik niet.
Ik staar, zonder uitdrukkingen.
Naar mijn trouwe onderdaan....
De zoete rust…