Sed in Arcadia ego
hartenkreet
Achterin de rozentuin,
staat een theehuis, half in puin,
Overgroeid met rozenstruiken.
Zonder ramen,
zonder deur,
met verrotte vensterluiken
en een muffe schimmelgeur.
Vroeger was het een juweeltje.
‘t Was mijn eigen klein kasteeltje
en daar ging ik stiekem spelen
met mijn vriendjes eed’le delen.
Goeie God, wat deed dat deugd…