Stilte draagt ver vandaag
ze slurpt de snelweg op
omhult de hamerslagen
in straten vindt traagheid
haar bedding terug,
kinderstemmen kaatsen en
sleutels vragen aandacht
als komma, treingeraas
uit de verte als punt…
Zoals de stilte en de leegte
naar mij verlangen, niets
overhoop, geen verwarrende
gedachten, geen vragen, alleen
een trein tussen weilanden
die als je wilt ook opstijgt.
De reis is een niet eindigende,
het perron de dag waar men
aan de overzijde overstapt.…
Trager dan je blote oog
loop ik door het veld
dat gaandeweg verbost.
Het mos een olievlek,
de horizon een poort.
Het standbeeld zal ik zijn
van de wandelaar
die ieder jaar -voor mij dus
om de haverklap- een roos
aan zijn voeten krijgt.
Dan voorover neigend
zie ik net wat rest
van de steel vergaan.…