Zodra het vlees sterft stolt het woord
in de oren van de luisteraar,
de ogen van de lezer,
en laat het zich in tekens vangen.
Het vaste is aan vraat
en erosie onderhevig.
In zijn permanente staat
verschuilt zich reeds zijn ondergang.
Want dat wat staat, kan
gelezen, worden
aangeraakt, begrepen
en door tweeden worden
eigengemaakt.…
Verzadigd zijgt de zwijger
in haar zijden zijde.
Haar lijf zucht zacht,
rust nu
terwijl het net nog hijgde.
Hij kijkt,
knijpt zich
en grijnst dan;
ziet haar donzen hals, haar adem ruikt
licht zwavelig
omdat ze slaapt.
Nu aait hij haar.
Ze kreunt nog eens
als net, maar zachter en
dan streelt hij weer haar zachte dij.
De slaapster heeft…
De ziener staart met dode ogen
langs de lange horizon.
De einders lijken weidser
als hij ze met zijn blik beschrijft.
Zijn blijven is zijn reizen,
zijn reizen is een blijven.
De ziener ziet alleen als hij niet kijkt
De ziener zit stokstijf en lispelt
met droge lippen werelden
en gods verlaten schepping
en werelden aaneen.
En ik,
ik drink…
De klok drupt
en het bloed tikt op de loden plaat
dit kwijnende gezicht
en de kromming van mijn voet.
Het zal niet lang meer duren
voordat ik in tweeën splijt.
Ik betwijfel of je weet hebt
van mijn pijnen,
want ondanks mijn zichtbaar lijden
bid ik dat ik marmer schijn:
glad, bijna onbreekbaar,
nog de schaduw van een Sfinx
op deze loden…