op de golven
van jouw emoties
probeerde ik krampachtig
op koers te blijven
steeds bang
dat ik je nooit zou bereiken
pas toen ik opgaf
en besloot daar te gaan
waar de wind mij heen zou voeren
kon ik de angst laten varen
want zonder doel kun je niet verdwalen
en nu ik eindelijk
veilig aangekomen ben
begrijp ik
dat mijn bestemming
niet…
Omdat jij niet wil weten
dat ik van je houd
slik ik mijn liefde in
met als gevolg
een steeds groter groeiende vuurbal
die door mijn lichaam raast
op zoek naar een way out
waardoor soms
in een moment van onachtzaamheid
als ik naar je kijk
de liefde uit mijn ogen spuit
en jij
daardoor
ineen krimpt van schrik
en ik
bij die aanblik
snel…
is het liefde, lust, gewoonte
of gewetenloos gemak
is het mooi of lelijk
hard of zacht
vroeg in de morgen
of laat in de nacht
het is alles
het is wij
maar ook
alleen ik
en alleen jij
het is niets
een hol vat
een oneindige leegte
met hier en daar
een losse wand
een roomdivider
die intimiteit verbeeldt
in niemandsland…
tijdens de schaarse momenten
waarin onze lichamen
elkaar vinden
is er geen maar
ons vlees handelt
doelgericht en schaamteloos
zonder twijfel
feilloos
bereiken we het punt
waarop ons brein op pauze gaat
wat ons voelen puur maakt
helder
maar vrijwel meteen daarna
vertroebeld wordt door gedachten
waardoor twijfel weer de kop opsteekt…
wanneer ik dood ga
hoop ik dat er bloemen
groeien in je hart
ontsproten uit de zaadjes
die ik door de jaren heen geplant heb
en nu ontkiemen
door het water van je tranen
wanneer ik dood ga
hoop ik dat er bloemen
groeien in je hart
en dat het bol staat
door een explosie
van geuren en kleuren
die jouw herinnering aan mij verbeeldt
wanneer…
als de zon de maan zachtjes opzij duwt
begin ik langzaam te ontwaken
jouw warme lichaam
maakt dat zoete flarden van de nacht
de toppen van mijn zintuigen licht raken
en tegen beter weten in
sprankt er even iets van hoop
is het vuur dit keer blijven branden?
ik ben wakker en weer terug op aarde
jouw koude rug
zegt alles…
jouw zwijgen
maakt mij monddood
alsof ik geen recht van spreken heb
mogelijke dialogen
sterven in monologen
die in mijn radeloosheid
tot wartaal verworden
jouw zwijgen
maakt mij klein
alsof ik onzichtbaar ben
dus geef ik grotere porties
van mijzelf
en word zo de dramaqueen
die jij steeds al dacht te zien
jouw zwijgen
geeft…
ik zwem tegen de stroom in
met achter mij het geluid van de waterval
bang om op de rotsen te pletter te slaan
maar stel dat ik mij mee laat voeren?
en in het kolkende water
naar lucht happend
hangend tussen hoop en vrees
naar beneden stort
en daar geen rotsen vind
maar waterlelies
en in serene stilte blijf drijven…
toen je vroeg
blijf je voor altijd bij me
in de eerste minuten van onze ontmoeting
kon ik niets over mijn lippen krijgen
in mijn naïviteit
zocht ik naar een echt antwoord
op een vraag die niets betekende
later begreep ik
dat ik volmondig JA had kunnen zeggen
omdat jouw ‘altijd’ dat moment verwoordde
en ik al die tijd daar was…
ben jij mijn droom
of droom ik slechts van jou
om niet te hoeven ontwaken
is ons fysieke samenzijn
werkelijk samen zijn
of zijn we samen nog steeds alleen
tussen de lakens
slechts op de rand van je bewustzijn
waag je je op de rand van mijn bed
en ik open me in al mijn zachtheid
omdat ik weet dat je er morgen niet meer bent
jij…