De meester bespeelt
mijn lichaam als viool
strijkt langs flanken en haren
roerend de snaren
van toekomstmuziek.
Een ritme van lauwwarme jazz
Tong tanden handen
Tong tanden handen
voorzichtig langs de randen
van modern en klassiek…
Ik sluit de luiken van mijn ogen
En bid dat de lente
aan mij voorbij gaat
Elke centimeter
van mijn lichaam
snakt naar zon
Als een junk
snuif ik
jouw geur
tot ik misselijk
van genot
ter aarde stort
Verliefd en verloren…
De trein trekt een gele streep door het zand
oneindig land tot aan de horizon
ik zit en zwijg
en hoor gedachten malen
in verhalen die ik zelf verzin
's nachts komen ze
de verwijten en vragen
het gebrek aan dagen en het te veel aan tijd
ik verlies mezelf
in zinloos ijver
waarin ik wedijver
met oneindigheid…