Zo vol kracht en zeker weten
stond zij in 't veld te stralen,
deed al d'r werk met volle moed;
kordaat en zonder dralen.
Thans in haar nazomerjaren,
rijgt zij haar geoogste zonnepitkralen
tot een snoer van herinneringen.…
Uit ronde borst klinkt borrelend omhoog,
ons vroege lente’s vreugdelied.
Schril tjilpen de vogels hun eerste voorjaarszang,
waarvan ik met volle teugen geniet.
De winterse kale takken langs de weg,
beginnen langzaam te ontluiken.
Tere knopjes in uiteenlopende kleuren,
zullen weldra hun bloesems laten ruiken…