Een blauwe glimlach op mijn gezicht
De lege fles staat naast de bank
Ik kan beter helemaal niet lachen
Sacherijnig clowntje dat ik ben
Mijn wangen hangen naar beneden…
de tegels rasteren
de koelkast zoemt
de koekenpan links in mijn hand
op het aanrecht rechts de eierkoker
Met mijn vork prik ik langtandig
in de boter. Ik bedenk me, stop
de stekker, haal hem
uit het contact en
morrel aan het gas
Het koude ei voelt stenig dood
maar licht, want het zou moeten vliegen…