Eens beroept de geliefde zich
op een ommekeer van gevoelens,
loopt ze op een onzichtbare morgen
voorgoed zonder koffers zijn idioom uit.
Hij neemt voor kort de kleur aan
van een overgewaaid bevattelijk lied,
zeult het knaagdier als in de voering
van winterjassen mee in bluesmuziek.
Verlamde neger, doordrenkte schoenen
en een grof…
eenmaal omvat poëzie
een avond dodende lezer
die een meedogend boekje
valse trappen op en af draagt
tussen zijn overspoelde wijnkelders
en een badkamer zonder spiegeltroost
waar een vrouw zich volgeschreven
inlaat met veelkoppig schuim
dat een beeldtaal opkloppend
vanonder de deur uitrukt
alsof in zijn wanruimte nevels neerdalen…
Je nadert aan het eind van een doormijmerde middag
het drinkgelagenplein
en knoopt nog een uurtje zonneschijn
los uit je bandana.
Rond een tafel dicht bij elkaar praten drie vrouwen
over hun welwillend voorbijgaan aan het punt dat de nacht
hen doorgaans scheidt -
je voorziet de halfzachte punten
waarop ze haveloos in de morgenschemering
zich…
moet de ranke bruid nog ontsluieren
nu, in een opstuwing van verlangen dat evenals de tussentijd waarin het meevalt
zich aan laat spannen, zoveel in het richtsnoer vastgebeten
dagen verzoend zijn met die ene nacht
die veerkracht genereert
om met haar tot in de zoldernok door te stoten
toch niet haar aangezicht waarvan men de vorm…
hoorde je de man naast je op een terras niet zeggen
oude vriendin is weg en nieuwe vriendin is ook al weg
niet dat ze weg zijn
van de nagalm van krachtwoorden die hun bedriegerij ontbinden,
van hun verstrekkers van omcirkelende intimiteit, van begoocheling
rond gevoelens waarover de uitspraken aankomen als zweepslagen
weg zijn ze, losgelaten…