Gulzig
drink ik
van de stilte.
Contrasterende tinten staren
mij aan, waanzin
in de meervoudige betekenis
van het woord.
Ik waan mij
in een netwerk
van zorgvuldig gecomponeerde
buigingen en strekkingen.
Stelselmatig poog ik
concentratie te verheerlijken.
Gevoelens beneden het vriespunt,
doch hittebestendig.
Hijgend…
Dwalend in het duister,
zag ik het licht
zwichtend
in jouw schaduw.
Een monotone toon,
voortdurend
voortbordurend,
gebaseerd
op mijn gedachten.
Het omhullende kille,
als een vlies,
een zacht membraan,
om mij heen gestrengeld.
Tastend,
naar het bekende.
Op het onbekende,
stotend.
Het einde
onttrekt zich aan…