Jouw luidkeelse lach, haal ik onmiddellijk voor de geest,
Ik had zo graag gewild, dat het leven voor jou draaglijker was geweest.
Een lieflijke zachtaardige jongen, heeft besloten om verder te leven, op een plek hier ver bij ons vandaan.
“Waarom, waarom, waarom; waarom is het zo gegaan?”
Een onmogelijk vraag, heb jij uit ultieme wanhoop aan…
Het is jouw vertrouwen die de honger stilt in mij.
Genegenheid is nooit verborgen en maakt ons vogelvrij.
Kracht en energie worden met de dag bijgevuld.
Geluk brengt ons samen en onze wensen zijn met euforie vervuld.
Jij gelooft in al van mijn talenten en laat mij naar een nieuwe wereld kijken.
Vertrouw op mij en we zullen niet van elkaars zijde…
M'n hart klopt nog en mijn dromen leven.
M'n ogen zijn droog en mijn ziel wil geven.
Ongestoord luister ik naar de stilte in mijn hoofd.
Geruststelling heerst in mij, zolang jij in mij gelooft.
Nieuwe dagen trekken geruisloos aan mij voorbij.
Niks is meer van betekenis, behalve jij…
jij gaat straks weg,
voor een tijdje...
ik kan je moeilijk laten gaan
schat 't spijt me
maar ik moet je maar vrolijk uitzwaaien
naar huis gaan -
misschien maar eens 't gras maaien
en m'n zorgen laten staan
de knuffel en het vaarwel
je komt vast terug...
schat je moet wel
want zonder jou kan ik niet leven,
je moeder wacht daar…
Zo kil, koud en alleen,
kan ik me voelen de laatste tijd.
De herfst kruipt in me,
de duistere luchten, de koude wind.
Ik weet het niet meer, wie ik ben.
Alles loopt door elkaar,
door elkaar gewaaid, bevroren.
Waar was ik gebleven.
Soms ontdooi ik weer
en ontdek ik een karakter,
dat soms grappig is en lief.
Maar waarom nu zo kil, koud…