Zoete zachte zoenen,
als de ochtendnevel op het uitheemse eiland
waar wij onze honger willen stillen
Verheven boven alles
de liefde die de honger aanwakkert
ons lijf laat roepen om méér en méér
En wie ben ik om het jou te onthouden
wie ben ik om je niet te geven;
Lippen om kussen van te eten…
Uit de hemel vallen druppels
Als woorden in een moeizaam gesprek
Grijs-grauw is de stemming
Als ik opsta uit mijn bed
Waar is de liefde
Die me vervulde in de dagen van de zon
Waarheen is zij vervlogen
Wie plaatste deze bitterheid er voor terug...…