De tweestrijd
hartenkreet
Toen ik nog een paard was in een weiland,
had ik alles zelf in de hand,
was ik heerser van mijn eigen land.
Die tijd was ik vrij, zo vrij,
en iedere nieuwe dag maakte me blij,
zelfs een verfrissend lentebriesje langs mijn zij.
Nu zit ik in een stal, tussen twee muren,
in duisternis gehuld, lonkend tussen de spleten
om naar de zon te gluren…