Als een lichtkrans waarneembaar,
scheurt tederheid mijn smart.
Ik vind een vonk op elke snaar,
in mijn gitaar schuilt mijn hart.
Eindeloze verhalen,
eens gebruikt als web van waarheid,
nu alleen nog geldelijke klaarheid.
Weg met mitose!
eens een pad gelopen,
helemaal zelf teruggekropen.
In een druiperige omgeving,
zien we enkel vlekken…
Een droom,
een vlinder die op mijn neus kwam zitten,
en toen wegfladderde.
Een stroom,
gevoelens die mij zouden bezitten,
en daarna wegzwabberde.
Daartussen niets dan flarden,
vergane deeltjes van de ziel.
Daarbuiten enkel barsten,
alles voelt onstabiel.
Een nacht,
de vlek die voor de zon kwam te zitten,
en vervolgens wegsloop.…
Mijn veren vallen
ze dwarrelen langzaam neer.
En ik denk, ik denk
niet meer.
Mijn herinneringen verdwijnen
ze lossen op in de haat.
En ik weet, ik weet
waar ze staat.
Tik tik tik
Hetgeen wat leeft ben ik
Wegen worden oude bekenden
slepend rond de benen,
wenen om diegene
die mijn leven vreemd wendde.
Haar ideeën dwalen,
ze bereiken…