Mijn hart ligt hier naast jou,
Kloppend trilt ze haar ritme,
Ze slaat niet over, maar waakt,
Ze galoppeert en draaft.
Breek mij af en dring binnen,
Wil in jou leven, zonder verlies,
Jou voelen; kruipen in je huid,
Geborgenheid als je me in je armen sluit.
Ik wil niet alleen,
Wil je kussen en beminnen,
Vergeten wat en wie ik ken,
Tranen…
Merkwaardig hoe ik sta,
alleen in onbehagen.
Leeg reflecteer ik de ster,
die eens schitterde en viel.
Gevallen sta ik op,
pijn zonder te voelen.
Gevangen in materiaal,
succesvol doch leeg van binnen.
Proeven; een korte remedie,
ruiken; een duister vermoeden.
De vragen die ik stelde,
zijn gebleven en opnieuw bekeken.
Herschikken, verder kom…