Denkend aan Fryslân
Met zijn brede weiden
Waar ’t vee graast in stille rust
Een zwaluw die in brede vlucht
De einder kust
Frysk Gea, wat vlak en wijds
En onverzettelijk van aard
Historie heeft bewaard
Uw glorie en uw trots
Onwankelbare rots
Denkend aan Fryslân
Uw wijds vlak, schoon en stil
In mijn hart draag ik u mee
Verblijven daar…
Verwonderd legde ik mijn oor
Aan ’t nachtelijk duister ten gehoor
Daar klonk ondanks dat late uur
Een lied zo zuiver en zo puur
Een vers niet eerder zo gezongen
Ik had één dag daarvoor mijn oog
Gericht op de wijdse Hemelboog
Gezocht de ster die jou verbeelde
Indachtig wat mijn oor daar streelde
Jij bent bij mij
De merel die voor mij toen…
Voor Latifa
Wat was het, als ik Haar zag gaan?
Ik overdenk, wat Zij heeft gedaan.
Kennis van Haar daden, Haar woorden,
was dit hetgeen mijn hart bekoorde?
Kan een kind, zo jong van jaren,
de ziel van anderen wel bewaren?
Kon Zij tonen wie Zij was en is? en
wegnemen elke droefenis.
Deze vragen, die Zij in zich sloot,
onthulde zich…
Voor Alice
Daar is geen weten van het hart
Geen kalme hand voor ruig gemoed.
Dichtsels van lief en stille smart
Doen elke aard, oneindig goed.
Uw pen vol zoete melancholie, schreef
woorden voor verdwaald gemoed.
Die verzen zijn voor ons de olie
Welk ons gevoel weer branden doet.
't Is goed uw woorden wat te lezen
Nog even voor het…