Wolkenformaties stomen op over
De Fantastische Oceaan de wind
Zit erachter
Hij is tegen saaiheid
Wolken kennen geen afgunst
En zijn niet verwaand.
Ze bewegen en als zij een ziel hadden
Zouden zij geroerd zijn
En zo gaan zij voort
Vinden altijd ruimte
Zelfs als ze in botsing komen
Met wat ze zelf verzinnen
-----------------
uit: blog…
in de lucht tussen langzaam
dansende wolken in een bos
achter de bomen met hun zwarte lover
in het plasje met de salamanders
naakt op het gras zo stralend als een maan
maar stralen kan alles had je afgelegd
alle antwoorden slechts in vragen
gekleed deelden we alles wat we hadden
tot we niets meer konden en niets
meer bezaten.
nu is de maan…
die avond dat mijn moeder me mee naar buiten nam me zacht
van achteren bij de haren pakte me de sterren wees
daartussen een onzichtbare vinger die met de nagel
een vuurstreep door de hemel trok.
dat ze in een kuil in de grond heel hard ging bidden en huilen en
gillen en dat alles tegelijk de zomerbloemen van haar zachte rok
trilden zand viel…
Toen we van oorlog hoorden
trokken wij allen een aardappelzak
over het hoofd en begonnen wij
door elkaar te lopen en elkaar verwijten te maken
en niets dan lelijke dingen te schreeuwen,
zo hard dat ze onverstaanbaar werden.
Daarop gingen we elkaar, redenen genoeg,
met aardappelen en stenen en spijkers
bekogelen en probeerden we elkaar te raken…
is eergisteren negentig geworden,
en nu ligt hij in bed.
Hij begint zo zijn eenennegentigste herfst.
De zon schijnt door het raam naar binnen
op het behang en op het borduurwerk
dat hij eens maakte:
een stilleven met blauwe pruimen en groene druiven
in kruissteek, gevat in een vergulde lijst.
De nachten, zegt hij,
de nachten zijn het ergste…
als het aan de wind ligt
gaan alle bomen eraan of om
om en in het water gebeuren fantastische dingen
de geluiden zijn angstaanjagend
angstaanjagend is niet de bedoeling
wij zijn van geen betekenis
daar gaan wolken takken papieren
papieren takken wolken het is om het even
als het aan de wind ligt
komt er geen eind aan
dat is een…
bij de beek
gooit een kind met stenen
een steen voor de vissen
een steen achter de vissen
een steen bij de stenen in het water
een keitje gaat een eindje
de lucht in
stuitert dan op het grind
nog een steentje
dat wil het vangen
in zijn mond
het kind schrikt als de steen
tegen zijn voortand tikt
een tijdje denkt het
dat met…