187 resultaten.
Langs Griekse beelden torst een oude vrijster
poëzie
4.0 met 16 stemmen 2.058 Langs Griekse beelden torst een oude vrijster
Achter mooi groene blouse haar dubb'le toren:
De Zeuskop kan maar matig haar bekoren,
De Mouzageet bewondert ze ook niet bijster;
Tot, plots, ze een roep, zoetlijk als van een lijster,
Van tussen 't groene heuvelpaar doet horen,
De jongen ziend met in zijn voet de doren:
'Zo'n snoes! - Het wurm…
Als liefde van een aard'ling aan dorst randen
poëzie
3.0 met 19 stemmen 1.324 Als liefde van een aard'ling aan dorst randen
De lichtgestalte van een hemeling,
Je weet, dat zij tot nevelbeeld verging,
Tot hoon rondom heet hunkerende handen:
Zo dacht je dat, toen - lucht'ge zweveling -
Je om mij de rust verliet van effen landen,
Ik jou applaudisserend op liet branden,
Verijlend zelf tot vlucht'ge neveling.
Voor …
'K zie nu al hoe 'k, als jij gestorven bent
poëzie
4.0 met 23 stemmen 1.824 'K zie nu al hoe 'k, als jij gestorven bent,
Zal zitten, kijkend naar je stil gezicht;
Wel vol verleden, toch pijnlijk verlicht,
Dat jij ten minste geen verdriet meer kent.
Mijn handen zullen, vroeger lang gewend,
Van zelf aaien je haar, waar levend ligt,
Als vroeger, nog het diep glanzende licht,
Dat uit de dood mij jouw vergeving zendt.…
Vuur, aarde, wind, ik haat ze
poëzie
3.0 met 25 stemmen 3.650 V
Vuur, aarde, wind, ik haat ze. O God, mijn haat
Tegen het vuur dat, lang afgunstig, vrat
Het glanzend haar, dat ik heb liefgehad,
Als koper rood, en teer als herfstragdraad.
‘K haat de aarde. – Haar metaalreuk, de eeuw’ge, slaat
Omhoog: hoe kort kuste ik ‘t roodblonde glad?
En de onverschill’ge, die geen eerbied had,
De wind, die deed…
Mij, die jou naar mijn hoogten heb gered
poëzie
3.0 met 16 stemmen 1.705 Mij, die jou naar mijn hoogten heb gered,
Toen, 't vallen zoekend, je angstig toch bleef hangen
Boven de diepte aan ranken van 't verlangen,
Het taai wort'lende - mij noem jij koket?
Je dacht, ik spon mijn draden tot een net,
Om de eendagsvliegen van de geest te vangen?
Je dacht, mijn armen waren gift'ge tangen,
Die 'k spin, in 't moegesparteld…
't Is nacht. 'k Zit op de hei. Nergens geluid
poëzie
3.0 met 17 stemmen 1.766 't Is nacht. 'k Zit op de hei. Nergens geluid.
Over me staat, als transparant kristal
rondom een oude berggod in zijn hal
een halve bol van stilte, die me omsluit:
'k hoor, hoe heel ver een lang gillende fluit
een tunnel boort; mijn berg kraakt overal.
Een blaf, ginds, hakt een gat; en recht en smal
knapt een spleet open, tot mijn oor hem…
't Is lang geleden (15)
poëzie
4.0 met 12 stemmen 954 Spreek, Vlugge Wolf, broeder met 't blonde haar,
Ontdekte uw speurend oog de bleke mannen,
Die, sluipend door de golvende savannen,
Ons trachten te verstrikken in gevaar?
Uw rode vriend, de Machtige Adelaar,
Kan uit zijn ziel de angstige vrees niet bannen;
'T is om uw skalp, dat ze allen samenspannen;
Mijn geest is somber en mijn hart is…
Door raam van dorpskerk
poëzie
3.0 met 21 stemmen 1.536 Door raam van dorpskerk teek'nen beukentakken
Schaduwen op 't verlicht, te smal gordijn;
Door twee helblauwe spleten naast 't kozijn
Scheren twee evenwijd'ge, gele vlakken.
Ginds op de muur ligt fel de zonneschijn,
Verdeeld door lijntjes in rechthoek'ge vakken:
De ronde schaduwen kruipen op, en zakken
Plots'ling, alsof het grote vliegen…
't Is lang geleden (20)
poëzie
3.0 met 12 stemmen 1.734 Ik wenste toen een oudgraaflijk kasteel,
In 't midden van hoog beukenbos met uilen
En grafruïne, zwartbegroeid de zuilen,
Scheef elke schacht, gebarsten 't kapiteel;
Twee leeuwen, door oud mos vaalgroen en geel,
Spalkten naast de ophaalbrug hun drakenmuilen,
En uit het maanlicht kwam de herfststorm huilen
Door puin van gang, vol rits'lend…
Wie 't meisje, dat hij liefheeft, aait en kust
poëzie
3.0 met 13 stemmen 1.225 Wie 't meisje, dat hij liefheeft, aait en kust,
Dat hij zich, wereld, God, zelfs haar vergeet,
Hij zoekt, zonder dat zijn ekstaze 't weet,
De vredige eenheid van wensloze rust:
Zo moest jij, maar nu denkend, klaar bewust,
Achter 't wiskundig weefsel van mijn kleed
- Paillet van ster en lach op nacht en leed -
Vinden het hart, waaraan je…
De ontzetting soms, ver, uit de diepste schacht
poëzie
4.0 met 13 stemmen 1.646 De ontzetting soms, ver, uit de diepste schacht
Van de erfenis, als de avondschemering
Naar dageraad van tijd de herinnering
Terug doet flikk'ren van mijn voorgeslacht:
Ik ruik de bloed'ge wet van 't: Sterf of slacht,
Wanneer mijn ogen, wijd, de tinteling
Van 't laatste licht opzuigend, ieder ding
Zien als een dreiging van vijand'ge nacht…
Door kelken van onwezenlijk kristal
poëzie
4.0 met 15 stemmen 1.348 Door kelken van onwezenlijk kristal
Schijnt de ondergrond van tragisch-paars fluweel.
Onzichtbaar is de lamp; langs ied're steel
Hangt, smal en stil, een zonn'ge waterval.
Melkwegen welven; nevels, overal;
En sterrebeelden flikk'ren, puntig geel:
Boven 't diep-werkliJk paars tilt, irreëel,
Iedere kelk, een spieg'lend niets, 't heelal.…
EN BIJ HET RIJZEN VAN DE SCHEEMRING LAG
poëzie
4.0 met 21 stemmen 2.560 En bij het rijzen van de scheemring lag
hij in het gras naar de avondlucht te turen;
een afgrond leek de tuin, berghoog de muren,
zwart van klimop met stoffig spinnenrag;
het leek een put, waarin de lichte dag
op ’t donker dreef, vol schimmige figuren;
enkle geluiden van de naaste buren
plonsden als steentjes d’rin: een naam, - een lach.…
'K weet dat vlak bij me, in 't hart van God gedoken
poëzie
3.0 met 23 stemmen 1.687 'K weet dat vlak bij me, in 't hart van God gedoken
De grote liefden van mijn leven wonen:
Daar staan ze, veilig, stil als anemonen,
Door geen orkaan van 't oppervlak gebroken.
Ik weet dat liefdewoorden, ongesproken,
Het wonder van de Godheid rijker tonen,
Dan perken van bliksemende Orionen,
Tot tijdelozen uit Zijn kiem ontloken.
Voor…
Gemakklijk lig ik in mijn leuningstoel
poëzie
3.0 met 6 stemmen 1.874 Gemakk'lijk lig ik in mijn leuningstoel
naast 't rode pluche van zonnig tafelkleed;
Plancks quantenleer zou 'k lezen, maar 'k vergeet
van mijn hier-zijn 't hoogst wetenschpp'lijk doel:
want 'k zie een tulpenveld, vol gekrioel
van lichte en donkre vlammen; eer ik 't weet,
silhouetteert mijn hand een haas, die eet
met mumm'lend mondje…
Felgeel van brem lag, rond, op grijze heiden
poëzie
3.0 met 19 stemmen 2.310 Felgeel van brem lag, rond, op grijze heiden
De zonn’ge heuvel, opgaande aardse zon,
Waarom, bolvormig, op de horizon
Zich werelden van wolken samenrijden.
Scheef, aan weerskant, streefde een bloedbeuke-allee,
Doorschijnend rood de apart zichtbare blad’ren:
De gele punt wachtte op het wachtend nad’ren,
Maar, roodgestippeld, bleef niet-af de…
Hoog op de kaap
poëzie
4.0 met 17 stemmen 1.900 Hoog op de kaap, waar zich te pletter stoot
De storm, staat 't kustlicht; en zijn rondblik glijdt
Ontzaglijk over zwarte oneindigheid,
Vol hoorbaar hunk'rende, onzichtbare dood -
Een heerser, wiens rustige zekerheid
Tegen zijn gunsteling, de verre boot,
Dwars door kanonnades uit wolkenvloot
Schertsend knipoogt om hun vergeefse strijd.…
En nu 'k mijn mensenleed heb weggeschreid
poëzie
3.0 met 24 stemmen 2.255 En nu 'k mijn mensenleed heb weggeschreid,
En weer, en weer, en weer - nu 'leer ik rijzen
Uit slik van werelddwarrel met gepeizen',
En 'k zie, 't was alles hoogste Werklijkheid.
Zo wil ik dan, genezen voor altijd,
Mij zalig om mijn grootste droefheid prijzen,
Die aan 't verganklijk Ik het Zelf kwam wijzen
In vergezicht op de een'ge Wezenheid…
Vaak, als 'k aan mijn verleden troost wil vragen
poëzie
3.0 met 12 stemmen 1.225 Vaak, als 'k aan mijn verleden troost wil vragen
En, vlucht'ling, binnentreed herinn'ring's zalen,
Loop 'k wezenloos, afwezig, rond te dwalen,
Schimmige herinn'ring zelf uit vroeger dagen:
Muzeum, koud en stil, van sarkophagen -
Vergeten dienst van vrome wierookschalen -
En marmerpuin of leegte op piedestalen,
Die eenmaal Godenschoonheid…
Het hele landschap heeft de zon vertaald
poëzie
3.0 met 17 stemmen 1.674 Het hele landschap heeft de zon vertaald:
'T aardappelveld in niet hoog artistiek,
Maar deg'lijk proza; kleurige lyriek
Geef 't koornland in een stijl, die vlamt en straalt;
Episch in vorm, in kleur, in klank, verhaalt
De eik van zijn zonneheros in epiek;
De populieren zoeken 't in tragiek,
Hoe op 't geen hoogstreeft, 't noodlot bliksemstraalt…