inloggen

biografie: Emanuel Hiel

1834 - 1899


[St.-Gillis-Dendermonde 1834 -Schaarbeek 1899]

Eman(n)uel Hiel was een Vlaams dichter.
Hij was in Brussel actief als vrijzinnig en radicaal-democratisch flamingant in Vlaamse verenigingen.
Hij werkte mee aan verschillende tijdschriften als Flandria, De Zweep, De Vlaamsche School en Het Laatste Nieuws en was hoofdredacteur van het Nederduitsch Tijdschrift (1867-1868). 

Zijn radicaal flamingantisme bracht hij tot uiting in talrijke historische geschriften, vaderlandse strijdliederen en gelegenheidsgedichten, die worden gekenmerkt door spontane en vaak hartstochtelijke gevoelens. Realistischer klinken zijn Werkmansliederen, waarin de toon wordt bepaald door zijn democratische sympathieën, die ook blijken uit zijn vriendschap met Emiel Moyson en de verkoop van zijn eerste dichtbundel, Looverkens (1859), ten bate van de Gentse stakers.

Hiel verwierf zijn grootste faam als librettist van Peter Benoit, met o.m. de oratoria Lucifer (1865) en De Schelde (1867), een aantal cantates, o.m. Jan Borluut (1875) en Hymnus aan de schoonheid (1882), en talrijke teksten voor liederen. 

In 1886 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde.
Werk:

Looverkens (1859)
Nieuwe liedekens (1861)
Gedichten (1863)
De wind (1865)
Lucifer (1865)
De Schelde (1867)
Gedichten (1868)
De liefde in het leven (1870)
Psalmen, zangen en oratoria's (1870)
Gedichten (1874)
Jan Borluut (1875)
Bloemeken (1876)
Hymnus aan de schoonheid (1882)
Historische zangen (1885)
Flandrialiederen voor ons volk (1886)
Monodramen en andere gedichten (1893)
Symfonieën en andere gezangen (1894)
Droomerijen (1895)


Inzendingen van deze schrijver

50 resultaten.Meer van deze schrijver...