inloggen

biografie: Gerrit Komrij

Gerrit  Komrij [Winterswijk 1944 - ....]

Gerrit groeide op in een socialistisch gezin. Hij ging in Winterswijk naar de openbare lagere school en meldde zich in 1956 bij de plaatselijke HBS als leerling aan.  Hij kreeg gedurende de schoolrit het dringende advies om over te stappen naar de gymnasiumafdeling, waarvoor hij in een zomervakantie twee jaar Latijn en Grieks moest inhalen.

Toen al schreef hij teksten voor het schoolcabaret en kritische stukjes in de schoolkrant.

In 1962 slaagde hij voor het eindexamen Gymnasium.

Hij ging in Amsterdam Algemene Literatuurwetenschap studeren. Vanwege zijn voorkeur voor de homoseksuele liefde lag de keuze van Amsterdam voor hem voor de hand. Jarenlang had hij gedacht dat hij de enige homoseksueel op aarde was (NRC, 1978) maar hij begon toch langzaam maar zeker vorm te geven aan zijn gevoelens op dit vlak.

Hij stopte met zijn studie en werd vertaler uit het Nieuwgrieks, Latijn, Engels, Duits en Frans. Hij zocht zijn heil in Griekenland. Komrij woonde twee jaar op Kreta en voorzag in zijn onderhoud door  het geven van taallessen op een ‘frontistirion’.

Na twee jaar keerde hij terug in Amsterdam en in 1967 ging hij samenwonen met de graficus Charles Hofman, die nog  zijn levensgezel is. Het paar Hofman-Komrij woont nu al jaren in Portugal.

Hij werd opgemerkt door Theo Sontrop, die hem intoduceerde bij De Arbeiderspers, waar hij zijn eerste gedichten aanbood en ook redactie- en vertaalwerk kreeg toebedeeld. Omdat de eerste oplage van ‘Maagdenburgse halve bollen’ vertraagd werd uitgegeven, was zijn vertaling van ‘Pausin Johanna’, een boek van de Nieuw-Griekse auteur Emanuel Rohidis, het eerste dat van Komrij verscheen. Er zouden nog talloze vertalingen volgen. Werk dat hij ook maakte om van te leven, zoals hijzelf  verklaarde.

‘Het is een schandaal dat hij nooit de Nijhoff-prijs voor zijn vertalingen heeft gekregen’, zei Martin Ros, de enthousiaste en niet te stuiten oud-hoofdredacteur van de Arbeiderspers.

Zijn debuut met eigen werk kwam in 1968 met de publicatie van zijn gedichtenbundel ´Maagdenburger halve bollen en andere gedichten´.

In 1969  hielden Ros en Komrij zich onledig met het toen matig draaiende tijdschrift Maatstaf. Hij werkte daar samen o.a. met Koen Koch  en Mensje van Keulen.

Gerrit Komrij is sinds 1969 bevriend met Hans Warren (inmiddels overleden) en komt daardoor ook in Warrens ´Geheim Dagboek´voor. Komrij was daar om redenen van privacy niet altijd even gelukkig mee.

De poëzieprijs van Amsterdam 1970  kreeg hij voor zijn bundel´Alle vlees is als gras of het knekelhuis op de dodenakker´.

Komrij heeft zich vooral als dichter beschouwd  en als literair criticus. Hij begon in Vrij Nederland met polemische boekbesprekingen die de nodige stenen in de binnenlandse literaire vijver wierpen. Recensies in engere zin  waren zijn polemieken niet. Criticus zijn vond hij 'het zich tegen een vorstelijke beloning vrolijk maken ten koste van anderen'.

De Cestoda-prijs  voor het moeiteloos beoefenen van de Nederlandse taal in al haar genres kreeg hij in 1975. Deze prijs  betrof een ludiek initiatief van wijlen Nico Scheepmaker, roemrijk publicist.

Voor het grote publiek werd Komrij bekend toen hij in 1976 optrad als televisiecriticus van de NRC, wat  boze programmamakers bij de vleet opleverde. En een neologisme dat inmiddels in de Dikke van Dale staat: treurbuis. In Vrij Nederland publiceerde hij als feuilleton de autobiografie 'Verwoest Arcadië' en in de NRC een wekelijkse column, waarvan de inhoud er niet om loog.

De Busken Huet-prijs werd hem in 1979 toegekend voor zijn´Papieren tijgers´.

In 1979 publiceerde Komrij zijn bloemlezing ´De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten´. Komrij toonde een duidelijke voorkeur voor speelse en ondeugende gedichten. Hij had weinig waardering voor de navolgers van de vijftigers. Uit de negentiende eeuw wist hij interessante gedichten te achterhalen.

De gedichtenbundel ´Onherstelbaar verbeterd´ (1981) bevat parodieën op bekende Nederlandse gedichten.

De Herman Gorter-prijs 1982 kreeg hij voor ´De os op de klokketoren'.

De Kluwer-prijs 1983 ontving hij voor de wijze waarop hij in zijn hele werk met de Nederlandse taal omgaat.

Sinds 1984 woont Komrij met zijn echtgenoot Charles Hofman in Vila Pouca de Beira, een dorpje in Portugal niet ver van Coimbra.

In 1991 schreef Gerrit Komrij voor de tweede keer een parodie op Hendrik Marsmans ´Herinnering aan Holland´. Hij deed dit onder het pseudoniem Mr. Pennewip. Komrij gebruikte ook de pseudoniemen Gerrit Andriesse, Joris Paridon en Griet Rijmrok. Grappig is opgemerkt dat ‘Ik rijm erg rot’ een anagram  is van de naam  Gerrit Komrij!

Een hoogtepunt in zijn literaire loopbaan werd de toekenning van P.C. Hooft-prijs 1993 voor zijn beschouwende proza.

Sinds jaren schrijft Komrij voor de NRC wekelijks een  bijdrage over min of meer  vergeten gedichten. Onder de titel ‘In liefde bloeyende’ verschenen honderd van deze besprekingen in boekvorm in 1998. In 2002 verscheen het vervolg: ¨Trou moet blycken, of opnieuw: In liefde bloeyende¨.

De Gouden Uil 1999 kreeg hij  voor ´In liefde bloeyende´.

Gerrit Komrij publiceerde in 1999 een bloemlezing van Zuid-Afrikaanse gedichten ¨De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten¨.

In 1999 werd op elke maandag een sonnet van hem op een prominente plaats in het  ´Algemeen Dagblad´ gepubliceerd.

Gerrit Komrij werd op de eerste Landelijke Gedichtendag op 27 januari 2000 gekozen tot ´Dichter des Vaderlands´. In deze hoedanigheid schreef Komrij o.a. een gedicht over Srebrenica en een gedicht over het definitieve vertrek van Prins Claus. Hij zag af van deze ere-baan in 2004, waarna in 2005 Driek van Wissen werd verkozen als zijn opvolger.

Gerrit Komrij ontving op 8 februari 2000 een eredoctoraat aan de universiteit van Leiden. Het is nu dus Dr. G. Komrij!

Gerrit Komrij is actief als dichter, romancier, bloemlezer, vertaler en eassayist. Met zijn essays heeft hij vaak opzien gebaard. Poëzie is voor Gerrit Komrij maakwerk, waar weinig inspiratie of diepgevoelde emotie aan te pas komt. Hij heeft een aperte hekel aan het gerijm van dilettanten, wat hij ook heeft uitgedragen in zijn columns.

Als voorbeeld daarvan gebruikte hij ooit een bijdrage op deze site http://www.nederlands.nl/nedermap/proza/proza/34179.html?zoekresultaat=ja.


Inzendingen van deze schrijver

41 resultaten.Meer van deze schrijver...