inloggen

biografie: Herman Gorter

1864 - 1924

Herman Gorter  [Wormerveer 1864 – Brussel 1927]

 

Herman studeerde klassieke talen; na zijn afstuderen was hij korte tijd leraar, maar hij  wijdde zich na 1895 geheel aan de literatuur en de politiek.

In 1889 verscheen zijn klassiek geworden verhalende gedicht ‘Mei’, waarvan de beginregel - ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ -  tot de bekendste uit de Nederlandse poëzie behoort.

In Verzen (1890) buitte hij de uitdrukkingsmogelijkheden van de taal uit: deze sensitivistische gedichten gelden als de eerste experimentele poëzie in Nederland. J.H. Leopold, Hendrik Marsman en Lucebert zijn erdoor beïnvloed. Een wereldbeschouwelijke oriëntatie in zijn bestaan vond hij bij Spinoza (wiens Ethica hij vertaalde) en in het socialisme, waaraan hij zich overgaf met de stelligheid die bij  hem paste.

Als marxistisch theoreticus hield hij zich strak aan de leer; in de controverses tussen ‘marxisten’ en ‘reformisten’ binnen de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij stond hij dan ook aan de zijde van de eersten. Na de scheuring van 1909 sloot hij zich bij de SDP (de latere Communistische Partij Nederland) aan.

Met ‘Pan’ (1912) probeerde hij na ‘Een klein heldendicht’ (1906) opnieuw een socialistisch epos te scheppen.

Zijn dichterlijk idealisme bracht hem later in botsing met de Communistische Internationale en met Lenin.

Twintig jaar lang schreef Gorter politieke beschouwingen in De Nieuwe Tijd, waarvan hij vanaf 1898, samen met Henriëtte Roland Holst en Frank van der Goes, redacteur was.

 

Onder de Beweging van Tachtig neemt Gorter door zijn uitzonderlijk dichterlijk talent een bijzondere  plaats in.


Inzendingen van deze schrijver

126 resultaten.Meer van deze schrijver...