inloggen

biografie: Hieronymus van Alphen

1746 - 1803

[Gouda 1746 – Den Haag 1803]

dichter en kunsttheoreticus

Voor zijn beroep advocaat en later procureur-generaal van het Hof in Utrecht, pensionaris van Leiden en thesaurier-generaal van de Unie (1793).

Bij de komst van de Fransen in 1795 legde hij als aanhanger van de Oranjepartij zijn functie neer. Met zijn orthodox-christelijke levensvisie en stellingname tegen de geest van de eeuw werd Van Alphen een voorloper van het Réveil. Hij schreef stichtelijke poëzie, w.o. cantaten en kunsttheoretische en religieus-wijsgerige beschouwingen.

Hij verzette zich tegen de rederijkerskunst, pleitte voor een wijsgerig gefundeerde poëziekritiek en waarschuwde tegen overschatting van de nationale poëzie. Van belang zijn in dit verband zijn Digtkundige verhandelingen (1782) en zijn bewerking van Riedels Theorie der schoone kunsten en wetenschappen (1778–1780).

Grote bekendheid kreeg en behield hij door zijn in eerste instantie anoniem uitgegeven Proeve van kleine gedigten voor kinderen (3 bundels), 1778–1782.

WERK:

Proeve van stigtelijke mengelpoëzy (1771; vervolgbundels: 1772, 1782);

Mengelingen in proza en poëzie (1783);

De waare volksverligting met opzigt tot godsdienst en staatkunde beschouwd (1793);

Kleine bijdragen tot bevordering van wetenschap en deugd (1796);

Predikt het evangelium aan alle creaturen (1801).

Posthuum:

Nagelaten schriften (1813);

Dichtwerken van Mr. Hieronymus van Alphen met een levensbeschrijving verrijkt, door J.I.D. Nepveu (1838–1839).


Inzendingen van deze schrijver

51 resultaten.Meer van deze schrijver...