inloggen

biografie: Jan Jacob Slauerhoff

1898 - 1936

Jan Slauerhoff [Leeuwarden/Ljouwert 1898 – Hilversum 1936]

Hij groeit op in een protestants middenstandsmilieu in Leeuwarden. Hij lijdt aan astma en daarom brengt hij ieder jaar enkele maanden door bij zijn familie op Vlieland.

Slauerhoff gaat naar de HBS in Harlingen. In 1916 verhuist hij naar Amsterdam om geneeskunde te gaan studeren. In zijn studententijd schrijft hij zijn eerste uitprobeer-gedichten, waarvan er een paar worden gepubliceerd in het studentenblad ‘Propria Cures’. Slauerhoff neemt geen deel aan het traditionele studentenleven, maar verkiest een bohémien-achtige positie, gemodelleerd op zijn helden, de Franse symbolistische dichters als Baudelaire, Verlaine en Rimbaud.

Vanaf 1921 begint Slauerhoff serieuze gedichten te publiceren, in het literaire tijdschrift Het getij. Zijn eerste dichtbundel, Archipel, volgt in 1923.

Datzelfde jaar 1923 studeert hij af. Doordat hij weinig vrienden en veel vijanden heeft gemaakt in de besloten kringen van geneeskundigen valt het hem zwaar een medische aanstelling te krijgen in Nederland. Dus besluit hij aan te monsteren als scheepsdokter op bij een rederij die vaart op Nederlands Indië. Zijn zwakke gezondheid speelt hem parten. Op zijn eerste reis krijgg hij last van astma-aanvallen. Slauerhoff keert terug naar Nederland, waar hij waarnemer wordt in een huisartspraktijken.

Nadat hij een tijdje een gecombineerde praktijk heeft gerund in Haarlem met een tandarts, monstert hij weer aan bij een andere rederij, de Java-China-Japanlijn, en vertrekt weer naar het Verre Oosten. Tijdens zijn contract, dat loopt tot 1927, maakt hij reizen naar China, Hong Kong en Japan.

In 1928 Slauerhoff maakt een aantal reizen naar Latijns-Amerika. Zijn gezondheid gaat er iets op vooruit en zijn literaire productie neemt toe. Tot aan 1930 publiceert hij zes gedichten- en twee verhalenbundels. Dit is mede te danken aan zijn vriend de literatuurcriticus Edgar du Perron, die hem in 1929 helpt met het sorteren, corrigeren en bundelen van zijn teksten.

Vanaf 1929 is Slauerhoff weer meer in Nederland te vinden. Hij iss ondermeer een tijdje assistent aan de kliniek voor Dermatologie en Geslachtsziekten van de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1930 trouwt hij met balletdanseres Darja Collin, wat het begin is van een gelukkige periode in Slauerhoffs leven.

In 1931 wordt Slauerhoff weer ziek; hij vertrekt naar het Merano om te kuren. Zijn vrouw volgt hem in 1932, zodat ze samen de geboorte van hun eerste kind kunnen beleven. Het kind wordt dood geboren, wat een zware depressie bij Slauerhoff veroorzaakte.

Zijn slechte gezondheid blijft hem zorgen baren en hij verhuist naar Noord-Afrika, omdat dit beter voor hem zou zijn. In 1934 opent hij een praktijk in Tanger, toendertijd een internationaal protectoraat, maar in datzelfde jaar is hij alweer in Nederland. De perioden van ziekte worden langer, de symptomen worden ernstiger en zijn relatie met Collin lijdt eronder.

Zijn faam als schrijver vestigt zich steeds meer.. Zijn romans Het verboden rijk (1932) en Het leven op aarde (1934) worden alom geroemd en zijn gedichtenbundel Soleares (1933) krijgt de Van der Hoogtprijs. In het jaar 1935 volgen zeereizen, maar ook de scheiding van Collin. Tijdens zijn laatste reis, naar Zuid-Afrika, wordt hij ernstig ziek: malaria over een verwaarloosde tuberculose en hij gaat opnieuw naar Merano om te herstellen. Maar het is te laat; nog steeds ziek keert hij in 1936 terug naar Nederland, waar hij wordt opgenomen in een rusthuis in Hilversum. Een maand na de publicatie van zijn dichtbundel ‘Een eerlijk zeemansgraf’ sterft hij daar 38 jaar jong.

.

Werk:

Poëzie


Het lente-eiland (Kau-Lung-Seu) (1930, verhalen)
Schuim en asch (1930, verhalen)
Het verboden rijk (1932, roman)
Het lente-eiland en andere verhalen (1933, uitgebreide herdruk van Het lente-eiland 'Kau-Lung-Seu')
Het leven op aarde (1934, roman)
De opstand van Guadalajara (1937, roman)
Verwonderd saam te zijn (1987, verhalen [1928-1935])
Alleen de havens zijn ons trouw (1992, reisbeschrijvingen [1926-1932])
]
Toneel

Jan Pietersz. Coen (1931)
Prozavertalingen
Ricardo Güiraldes — Don Segundo Sombra (1930, met R. Schreuder)
Eça de Queiroz — De misdaad van Pater Amaro (1932, met R. Schreuder)
G.H. Mir — De hof der oranjeboomen (1932, met R. Schreuder)
Paulo Setúbal — Johan Maurits van Nassau (1933, R. Schreuder met J. Slauerhoff)
Ramón Gómez de la Serna — In de schaduw van den leider (1937, met G.J. Geers)
Jules Laforgue — Hamlet, of De gevolgen der kinderliefde (1962)
Thomas Raucat — Twee verhalen (1975)
Diversen


Verzamelde werken (8 delen, 1941-1958)
Brieven van Slauerhoff (ed. Arthur Lehning, 1955)
Dagboek (K. Lekkerkerker, 1957)
Slauerhoff student auteur (poëzie en proza uit de studententijd, Eep Francken e.a., 1983)
Brieven aan Hans Feriz (Herman Vernout, 1984)
Hij droeg de zee en de verte aan zich mee (brieven, J. van Herpen, 1985)
Van een liefde die vriendschap moest blijven (brieven, H.C. ten Berge, 1992)

Archipel (1923)
Clair-obscur (1927)
Oost-Azië (1928) Eldorado (1928)
Fleurs de marécage (1929, Franstalig)
Saturnus (1930, uitgebreide heruitgave van Clair-obscur)
Yoeng Poe Tsjoeng (1930)
Serenade (1930)
Soleares (1933)
Een eerlijk zeemansgraf (1936)
Proza

Inzendingen van deze schrijver

144 resultaten.Meer van deze schrijver...