inloggen

biografie: Paul van Ostaijen

1896-1928

[Antwerpen 1896 - Miavoye-Anthé  1928]


Paul van Ostaijen  debuteerde in 1916 met het vrij traditionele 'Music Hall'.

In 1918 vluchtte hij naar Berlijn omdat hij vanwege radicale artikelen en deelname aan demonstraties vervolgd dreigde te worden.

Daarr werd hij beïnvloed door het Dadaïsme.  Hij begon zijn meer experimentele gedichten te schrijven, die werden gepubliceerd in 'Bezette stad' en 'De feesten van angst en pijn'. De gedichten in deze bundels lijken op collages: de zinnen staan dwars door elkaar heen en nemen allerlei vormen aan. Woorden, woordgroepen en zinnen hebben verschillende lettertypen en kunnen groot of klein, dik of dun, recht of diagonaal afgedrukt zijn.

Na zijn terugkeer in België keerde Van Ostaijen zich af van Dada. Hij propageerde dan wat hij noemde de 'zuivere lyriek' met zijn gedichten in 'Het eerste boek van Schmoll': poëzie is slechts woordkunst, geen middel om andere doelen te bereiken als vrijheid of vernietiging.

Poëzie weerspiegelt naar zijn mening  extase.

Zijn proza liet hij verschijnen onder de titel 'Grotesken'.

Hij was  een gekweld mens, die ook levendblijheid heeft gekend. Een man met grillen, vol dartele muziek, van wie de gedichten over de bladzij kunnen dansen.

Werk:
Music-Hall (1916)
Expressionisme in Vlaanderen (1918)
Het sienjaal (1918)
De feesten van angst en pijn (1918-1921 geschreven, postuum verschenen in de bun)
Bezette Stad (1921)
Heinrich Campendonk (1921 in het Duits, 1923 in het Frans verschenen)
Tot overwegen voor hereruiters (1924)
Diergaarde voor kinderen van nu (1924-1925 geschreven, 1932 uitgeg.)
De trust der vaderlandsliefde (1925)
Het bordeel van Ika Loch (1926)
Gebruiksaanwijzing der lyriek (1927)
Gedichten (1928)
Vier proza's (1928)
Vogelvrij (1928) 


Inzendingen van deze schrijver

102 resultaten.Meer van deze schrijver...