inloggen

biografie: Remco Campert

Remco Campert [Den Haag 1929 - ....]

Remco Campert is de zoon van de (verzets)dichter Jan Campert en de actrice Joeki Broedelet. Zijn ouders gingen uit elkaar toen hij drie jaar was. Hij woonde tot zijn twaalfde afwisselend bij zijn moeder, zijn vader of zijn grootouders. In 1942 werd hij opgenomen in een pleeggezin. Zijn pleegfamilie verhuisde uit Den Haag (waar de Duitsers de wijk waar ze woonden afbraken) naar Epe. Hier hoorde hij in 1943 dat zijn vader was overleden.

Na de Tweede Wereldoorlog ging hij in Amsterdam bij zijn moeder wonen. Hij ging naar het gymnasium van het Amsterdams Lyceum. Met deze studie ging het mis en Remco besloot schrijver te worden. Van 1950 tot 1953 verblijft Remco Campert veel in Parijs. Hij leeft van vertalingen en het schrijven van reclame-teksten. Hij zwerft ook door andere landen in Europa.

Remco Campert debuteerde als dichter met 'Vogels vliegen toch' (1951). In 1950 was al in 50 ex. uitgegeven 'Ten lessons with Timothy', geïnspireerd op de plaat van Dizzy Gillespie met dezelfde titel. Vier verzen van deze tien komen terug in 'Vogels vliegen toch'. In 1953 komt hij terug naar Amsterdam.

Remco trouwt met Fritzi ten Harmsen van der Beek. Ze wonen op het landgoed Jagtlust in Blaricum. Dit wordt een ontmoetingsplaats voor schrijvers/dichters. In 1957 gaat Remco Campert weer terug naar Amsterdam. In 1961 debuteert Remco als romanschrijver met 'Het leven is vurrukkulluk'. In 1964 (27 mei of 3 juni?) weigert de AVRO een programma (Literaire ontmoetingen) over Remco Campert uit te zenden vanwege een gedicht 'Niet te geloven' uit de bundel 'Dit gebeurde overal' waarin het woord 'naaien' voorkomt. Enkele kranten drukken daarna de tekst integraal af en de bundel was vervolgens binnen de kortste keren uitverkocht. Ed Hoornik gaf uit protest de opdracht om een tv-spel te schrijven aan de AVRO terug. De VARA begon een vergelijkbaar programma (Spreken met schrijvers). Hier werd op 19 januari 1965 door Remco het gedicht 'Niet te geloven' wél voorgedragen.

In 1964 verhuist hij naar Antwerpen. Hij leert hier veel Vlaamse schrijvers, o.a. Hugo Raes en Gust Gils, kennen. Na twee jaar laat hij vrouw en twee dochters achter in Antwerpen en gaat - weer - in Amsterdam wonen, dit keer met galeriehoudster Deborah Wolf. Met haar woont hij samen tot 1980. Sindsdien woont hij alleen.

In de jaren zeventig is het stil rond Remco Campert, hij komt niet of nauwelijks tot schrijven. Wel was hij van 1969 tot 1979 redacteur bij uitgeverij De Bezige Bij. Remco Campert hoorde bij de 'vijftigers', hij had binnen deze groep een eigen 'geluid' met zijn gematigde, weemoedig-ironische toon. Zijn dichtwerk is vaak in spreektaal geschreven. Zijn werk heeft overeenkomsten met dat van de Franse schrijver Queneau. Het thema van veel van zijn werk is de confrontatie tussen droom en werkelijkheid. Zijn werk is veelal autobiografisch. De jazz-muziek speelt vaak een rol. Melancholie en verdriet om wat in het leven allemaal mislukt spreken overal in mee. Als kind was 'Kees de Jongen' van Theo Thijssen zijn favoriete boek. In 'Het leven is verrukkulluk' laat hij Kees en diens vriendin Roza optreden als bejaarden.

Van 1988 tot 1995 trad Remco Campert samen met Jan Mulder in het theater op met een literair programma (Literair variété). Begin jaren negentig én in 1998 werkte Remco Campert samen met het 'Maarten Altena Ensemble'. Het eerste programma heette 'Open plekken' en werd ook op de plaat gezet. Het programma van 1998 heette 'Mijlpaal Er Trilt Iets'. Het lange gedicht 'Solo' van Remco Campert stond hierin centraal. In beide programma's ging het om een combinatie van poëzie en (geïmproviseerde) muziek. Ter gelegenheid van Koninginnedag 2000 wilde men Remco Campert benoemen tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij weigerde echter en gaf als reden op: 'De gedachten die ik koester aangaande de functie van de monarchie staan mij niet toe een koninklijke onderscheiding te aanvaarden.'

Gedichten:

  • Ten lessons with Timothy (1950)
  • Vogels vliegen toch (1951)
  • Vierendelen (met Hans Andreus, Hugo Claus en Simon Vinkenoog) (1951)
  • Een standbeeld opwinden (1952)
  • Berchtesgaden (1953)
  • Met man en muis (1955)
  • Het huis waarin ik woonde (1955)
  • Bij hoog en bij laag (1959)
  • Dit gebeurde overal (1962)
  • Hoera, hoera (1965)
  • Mijn leven's liederen (1968)
  • Dit gebeurde overal/Hoera, hoera (1968)
  • Betere tijden (1970)
  • Alle bundels gedichten; 1951-1970 (1976)
  • Theater (1979)
  • Scènes in Hotel Morandi (1983)
  • Drie vergeten gedichten (1984)
  • Amsterdamse dagen (1984)
  • Zeven vrijheden (gedichten bij etsen van Hannes Postma) (1984)
  • Dit gebeurde overal (1985)
  • Collega's (1986)
  • Een neger uit Mozambique (bloemlezing) (1988)
  • Toen ik je zag (gedichten bij foto's van Peter Dejong) (1988)
  • Rechterschoenen (1992)
  • Restbeelden: notities van Izegrim (1994)
  • Straatfotografie (1994)
  • Dichter (verzamelde gedichten) 1995
  • Ode aan mijn jas (1997)
  • Rataplan / Lamento (bloemlezing van 32 gedichten met Indonesische vertaling) (1999)
  • Kus zoekt mond (bloemlezing) (2000)

 


Inzendingen van deze schrijver

53 resultaten.Meer van deze schrijver...