Philas, door de min bestreden,
Had de naam van Amaril,
Met zijn naam, wel diep gesneden
Op de rand der duiventil.
'k Zie haar na haar duifjes treden,
Die ze als anders voeren wil.
't Meisje vindt haar naam geschreven
Bij zijn naam, zij bloost, zij lacht:
Wat zij dacht, is ons om 't even.…
Wrange Amaril, zal min niet murwe meuken*
Uw hartje rauw, eer ’t ouderdom* beklimt
En van de borst maakt een gordijn vol kreuken,
Die ’t elpenbeen* nu tart, hoezeer het glimt?
Hoe lang zal nog de blinde schutter* borgen*
Uw wilde ziel die schopt de minnezorgen?…
Ware Amaril nu mijn,
Wij zouden onder 't schuilen
Voorwaar geen droge kusjes ruilen;
Maar och! zal mij 't geluk wel ooit zo gunstig zijn?
----------------------------------
Mineias dochters - vleermuizen…
Amaril, had ik haar uit uw tuitje,
‘k Wed, ik vleugelde het goodje, het guitje,
Dat met zijn brand, met zijn boog, met zijn flitsen,
Land tegen land overeinde kan hitsen
En beroofde de listige stoker
Van zijn trots, zijn geschut en zijn koker.…