De roef der Goudse schuit is thans mijn Helicon;
De schipper, mijn Apol; de vaart, mijn hengstebron;
Dies vang ik aan... o Ramp! mijn potlood breekt aan stukken.…
Of heeft Apol zijn zweep vergeten,
Dat hij dus traaglijk zeewaarts rijdt?
Dagvoerder, laat u dit toch lusten:
Verkort de dag en rek de nacht.
Spoei voort: gij zult bij Thetys rusten,
En ik bij 't meisje dat ik wacht.
------------------------------------------
uit: Mengeldichten (1716)…
Gij draagt de gunst der Min-
godin;
Der Heliconiaden;
Apol verleende u in de snuit
Een zoet en zangerig geluid,
Waar aan geen jaren schaden.
En matig, en benij-
dingvrij;
In altijd vrolijk zingen;
Bereikt ge, o kleen en bloedloos dier,
De staat der hoge Goden schier,
En spot met stervelingen.…
Gij draagt de gunst der Min-
godin;
Der Heliconiaden;
Apol verleende u de snuit
Een zoet en zangerig geluid,
Waar aan geen jaren schaden.
En matig, en benij-
dingvrij;
In altijd vrolijk zingen;
Bereikt ge, o kleen en bloedloos dier,
De staat der hoge Goden schier,
En spot met stervelingen.…
Indien Apol, o Dichterdom, uw vader,
Zijn hulp mij waardig kenn',
En gunstig uit Parnassus bron en ader
Mijn geesten lave, en pen;
Indien de rei der zoete Zanggodinnen
Mij dichten laat met lust,
En ene krans van kringklend klimop winnen,
In kommerloze rust,
Zo zal ik noô mijn zalig lot verwensen.…