O Lenteroos, hoe zijn uw bladen
Dus slap, hoe hangt u 't hooft zo neer,
Dat koorts, met zilvren dauw beladen,
Kon strijken aller bloemen eer?
Waarom is schoonheid juist zo teer?
Waar is dat blozend rood geweken,
Dat aangename rozenbloed,
't Geen eedle zielen kon ontsteken,
Om uwe waarde, in minnegloed?
Waar vliegt dat heen met…
Het zonnelicht verrijst zo vrolijk als uw wezen.
Als lachte 't u op uw verjaardag toe,
Begaafde maagd, zo zacht van aard, zo uitgelezen,
Wier liefelijk gezicht ik nimmer moe
Lang wens te zien verrukt en opgetogen.
En mij nog lang te spieglen in uw ogen.
1675…