daar loopt hij dan
een kleine montere man
in korte broek
baardje
het tanige bovenlijf
ontbloot
verwarde piekharen
steken onder de
verfomfaaide hoed
pretoogjes glinsteren
achter de ronde bril
slaapzak onder de arm geklemd
de waterzak in zijn hand
een zweetdoek bungelt
aan de riem van zijn kaki broek
no dead man walking…
brandbommen
vallen als roofvogels
uit de lucht
een sissend geluid
het klinkt als ruw ijzer
dat over stenen schuurt
het snijdt
door merg en been
een hoog geluid
de opengesperde mond
van mijn moeder
haar Schreeuw
een kind springt in
het riviertje buigt het
hoofd onder water
het wacht op stilte
een bamboe rietje steekt…
een vrouw prevelt magische mantra’s
in de schaduw bij de heg van prikkeldraad
een zwaluw scheert over vuren
om angstgeesten te verdrijven
lost dan weer op in het wolkendek
moeizaam weeft de tijd zijn web
een mus knaagt aan aangekoekt leed
zuchtjes lucht persen zich door de heg
heimwee is iets anders dan het was
een landschap…