ongeval
Er kwam een kind van
O, mijn lieve man
de onvermoeibare
vorser van het gegiste sap
van zoete druiven
Zijn oude dag bezoedeld
door die verzonnen anekdote
die de verkrachtingen verborg
onder een moment van schaamteloosheid
Maar de straf verraadt het
toch, de eeuwige vloek
vanaf de eerste schreeuw
van de baby, onschuldige
Kanaän…
karavaan
doorkruist woestijnen, waadt door waterstromen
en weet niet of het oerstom was of wijs
om te verlangen naar beloofde landen
de zandkorrels die langzaam door zijn handen
gaan, geven duiding aan zijn diepste dromen:
niet de bestemming telt, alleen de reis
--------------------
illustratie: József Molnár, Abrahams reis
van Ur naar Kanaän…
Toen Jozua ‘t land Kanaän betrad
als baas, want Mozes mocht er niet naar binnen,
kwam Jericho als eerste op zijn pad.
Die vesting moest en zou hij overwinnen.
Hij stuurde twee verspieders in de stad
om de verdediging te gaan begluren.
’t Betrof vooral de sterkte van de muren.
Ze werden bijna in hun kraag gevat.…
Waren de regen en de vloed
een straf voor Eva en ons
vrijpostige verstand
dat niet altijd het goede doet?
Of gebruiken we dat verstand
juist te weinig, zoals toen
mijn man onze zoon ontzag
en boos werd op de baby?
Wat bezielde hem? Hij is oud
en maakt zich zorgen om de wereld
sinds de ramp waarbij wij alle acht
gespaard gebleven zijn…