in onvermogen
verder te dromen, als reeds fataal,
de mooiste lopers werden uitgelegd
in alles waarvoor we zijn gezwicht,
soms kortstondig maar levensecht
naakt geboren in ontluisterend licht,
waaruit we moeten ademhalen, wordt de
wereld vloeibaar, in de ark van kennis
door ervaring uitgewist, begint en eindigt
bij herhaling in eigen levensrijm…
uit de hiel en de ziel
van de fles en taal,
die toegang soms ontzegd
zodat ik stilaan verder
droom, misschien fataal
uiteindelijk wel levensecht
als een verse portie licht,
waarvoor ik ben gezwicht
waaruit ik de dagelijkse adem haal
worden geaderde gedachten vloeibaar
door mist en regen opnieuw vernist en
uitmondt in een eindeloos levensrijm…
afbreekbaar wordt
reeds voorspeld in de
oerziel, afgedaan als
onzin, klopt het aan
de poort, vaak ontzegd
en komt het ijkpunt
dichterbij waarin ik
droom, soms fataal
waarvoor ik ben gezwicht,
een kortstondig evenwicht
in cumulerend licht,
waaruit ik adem haal
mijn tijd vloeibaar wordt
zijn streken in verf vernist,
vergeeld in elk levensrijm…