de " Meierijsche Stede "
nog enkel in naam geboren
kent een historie met een rijk verleden
waar het groene land is gezegend
met waterlopen, elk in een passend gloren
daar draagt een gemeenschap
verspreid over plekken met eigen haard
en opgebouwde waarden gezegend
die zijn ontstaan door de eeuwen heen
deels zelfs met stadsrechten bejegend…
langzaam sloop
het een in het ander
en dan plots
zijn dertien dorpen
familie van elkander
een trouwpartij
in het groot;
van wie krijg ik
een warme hand
wie staat op als
de kouwe kant
je kunt ook zeggen
om middernacht
werd de teerling geworpen,
had ik zo gedacht
de naam was reeds bekend
en doorheen het eerste ochtendgloren
zal…
vanaf de hoogste top,
kraait de gouden haan,
bejubeld door gegoten klokken,
de boodschap van de Heer,
het kunstwerk aldaar
vertelt zijn verhaal in
alle stilte en eenvoud,
daar kan men schuilen,
en praten, zonder meer
lichte wolken
als witte vlokken
verbinden beiden
ieder geeft op zijn wijze
beschutting weer…
eindelijk is het zover
deze week lijkt op de winter
vroeger was dat een seizoen,
maandenlang afzien, met
bloemen op de ramen
kolen in de zwarte kachel
een gebreide borstrok van boven
en wollen sokken in de schoen.
om over het koude zeil op de
slaapkamervloer maar te zwijgen
neen, zo'n jeugdervaring
wil ik niet meer overdoen
de buurman…