Godina
netgedicht
De varens trilden daar; zij kroop tevoorschijn bij de linde,
die sluierfantasie, dat elfje. Zie je, zij bestaan!
Een elfenkring bij volle maan, dat is allemaal geen waan.
Die Godina, sneller dan een kind, bevallig als een hinde.
Terwijl ze vliegt, verguldt de zon haar lijf en vleugels.
Even rust zij bij water dat kabbelt - een dageraadslied -…