Haar zucht was grenzeloos
Doorgezakt na al haar dragen
Vermaard zoals zij was geweest
Had zij warm alle emoties gedragen
Maar nu vertoonde zich het schraal
Toonde naakt haar bladderend oppervlak
Vermoeid kreunde zij nu bij elke beroering
Wetend weldra was haar mooie tijd geleden
En mijmerend over die luisterrijke tijden van weleer
Gefluisterde…
In de Hoogvliet kocht ik een plastic
bakje fruit voor de helft van de prijs.
In een park nabij het NS-station zat
ik op een bankje volop te genieten
van de stukjes appel, meloen en druif,
onder een boom, waar de Indianen ooit
medicijnen van maakten, las ik op een
bordje. Achter mij de volière, waar
ik vaak tot rust gekomen ben, met…